Acht verschillende eilanden, een fantastisch kustlandschap, uitstekende jachthavens en een perfect klimaat maken de Canarische Eilanden tot een ideale plek voor het oceaanzeilen. En hoewel de afstanden tussen de eilanden het mogelijk maken om overdag van het ene naar het andere eiland te hoppen, is het wel zo dat een zekere mate van nautische ervaring noodzakelijk is. Wil je veilig oceaanzeilen? Hier zijn een paar tips.
Een onvergetelijke ervaring
Zeilen tussen vulkanische eilanden is een onvergetelijke ervaring. Het is echter belangrijk om niet te vergeten dat de Canarische Eilanden in de Atlantische Oceaan liggen en dat het zeilen veeleisend kan zijn. Daarom is het raadzaam om bepaalde voorzorgsmaatregelen te nemen voordat je aan een tocht begint. De boot goed prepareren en het weerbericht bestuderen om het type wind en golven te kennen, zijn slechts enkele van de richtlijnen die elke goede zeiler in acht moet nemen alvorens de trossen los te gooien.
Het belangrijkste kenmerk van de archipel is dat de afstanden tussen de eilanden goed bezeilbaar zijn. Het is mogelijk om routes te plannen die in een dag kunnen worden afgelegd, zodat ‘s nachts zeilen wordt vermeden. Hoewel je op de Canarische Eilanden bijna het hele jaar door kunt zeilen, is het belangrijk om de tijd van het jaar te plannen. De beste maanden voor een goede oceaanervaring zijn mei, juni, september en oktober.
De route plannen
De Canarische Eilanden bieden 365 dagen per jaar een zacht en aangenaam klimaat. Dit betekent echter niet dat je in een T-shirt en zwembroek een tocht op volle zee kunt maken, je moet wel de geschikte kleding voorzien. Het is aan te raden om laarzen en waterdichte kleding aan boord te hebben, evenals extra kleding voor het geval je te nat wordt.
Een ander aspect waar je bij het plannen van de tocht rekening mee moet houden is de gekozen oversteek aan te passen aan het weer. Als er bijvoorbeeld een sterke noordoostenwind wordt voorspeld, is het aan te raden om routes met tegenwind te mijden, zoals bijvoorbeeld de route van Gran Canaria naar Lanzarote. Bovenwinds varen is in deze omstandigheden minder prettig. Het is beter om een ruimere koers te overwegen, zelfs als dat betekent dat je meer zeemijlen moet varen. Aan het einde van de tocht heb je aan comfort gewonnen.
De boot goed laden
Het plannen van een route over open zee tussen de Canarische Eilanden vereist wat werk vooraf op de aanlegsteiger. Water, voedsel, brandstof, warme kleding... dit zijn slechts enkele van de dingen die in dit stadium aanwezig moeten zijn. Details zoals het vullen van de brandstoftank, het controleren van de gasfles, het berekenen van de hoeveelheid water waarmee de tanks moeten worden gevuld en welke tanks moeten worden gebruikt, dragen bij aan de veiligheid en een positieve oceaanervaring. Ervaren zeilers raden bijvoorbeeld af om de boeg- of lijtank te vullen als de route die wordt gevolgd tegen de golfslag in is.
Daarnaast is het noodzakelijk om de boot goed te laden voordat je aan de tocht begint. Dit houdt in dat alle elementen op de boot veilig moeten worden vastgezet, zowel binnen als buiten, om te voorkomen dat ze kunnen gaan bewegen. Door de slagzij en bewegingen als gevolg van de golven kunnen voorwerpen vallen en ongelukken of schade veroorzaken.
De boten die voor dit type vaart worden gebruikt, zijn uitgerust met een kombuis om maaltijden te kunnen bereiden tijdens de overtocht. Het is echter ook waar dat, afhankelijk van de weersomstandigheden, koken tijdens de tocht moeilijk kan zijn. Als je dus al voedsel meeneemt dat niet meer voorbereid hoeft te worden, is het een stuk gemakkelijker om tijdens de tocht te eten. Van koken aan boord heb je meer plezier als de boot in een van de vele paradijselijke aanlegplaatsen van de Canarische Eilanden voor anker ligt.
Tijdens de overtocht
Eenmaal op zee, en als de planning en voorbereiding goed zijn geweest, is het enige wat je nog hoeft te doen genieten van de tocht. De zeewind voelen op de zeilen, de boot besturen op volle zee, golven van anderhalve meter trotseren en langs walvissen en dolfijnen varen die in het ritme van de boot meezwemmen, is een unieke ervaring die het oceaanzeilen op de Canarische Eilanden biedt.
Als de tocht echter 's nachts plaatsvindt, is het aan te raden om van tevoren wacht- en rusttijden af te spreken, evenals de plaats waar wordt gerust. Over het algemeen is de kajuit aan de boegzijde bij ruw weer niet geschikt. De bewegingen van de boot voel je in dat deel van de boot sterker. Als er bovendien wind wordt voorspeld, moeten de zeilen voor het vallen van de avond worden gereefd. Manoeuvreren bij daglicht is altijd veiliger.
Tot slot zorgen de passaatwinden voor enkele bijzondere omstandigheden die van invloed zijn op het zeilen. In de zomer bijvoorbeeld neemt de kracht van de wind toe naarmate het overdag warmer wordt. En tussen sommige eilanden ontstaan zones waar de wind versnelt, zoals tussen Gran Canaria en Tenerife, en het gebied dat bekend staat als “La Mancha”, of het nauw van “Juan primo” tussen Tenerife en La Gomera.
Jachthaven of ankerplaats als eindbestemming
Hoewel er op de Canarische Eilanden talloze jachthavens verspreid over de eilanden zijn, is het raadzaam om van tevoren te reserveren om een ligplaats te bemachtigen voordat je aankomt. Maar als je besluit voor anker te gaan, moet je de juiste plek kiezen, rekening houdend met een aantal overwegingen:
- De eilanden hebben geen oceaanplateau, dus de diepte neemt onmiddellijk toe zodra je iets verder van de kust komt. Daarom is het noodzakelijk om de ankerplaats van tevoren te plannen en de kenmerken van de plek duidelijk te hebben. De invloed van de getijden, de wind en de stromingen zijn doorslaggevend.
- Het noorden, noordwesten en noordoosten van de eilanden zijn meestal gebieden met slechte omstandigheden om voor anker te gaan. Het is raadzaam om de beschutting van een baai in het zuiden of zuidwesten te zoeken.
- Als je voor anker gaat of aanlegt in een haven zonder steiger, moet je de boot goed vastmaken en rekening houden met de getijden. Want op de Canarische Eilanden kan de diepte van een ankerplaats sterk variëren tussen eb en vloed.