De kwaliteit van het water rondom de Canarische Eilanden en de bevoorrechte geografische ligging van de eilanden leveren een product dat door de geschiedenis heen uiterst kostbaar was en zeer gewaardeerd werd: zout. De oorspronkelijke bewoners wonnen al zout in kleine lagunes aan de kust. Deze activiteit heeft zich sindsdien voortgezet, zowel in lagunes als in talrijke zoutpannen, waardoor zouttuinen van grote historische, landschappelijke en ecologische waarde zijn ontstaan. Het natuurlijke zeezout en de fleur de sel zijn het resultaat van dit werk uitgevoerd volgens traditionele technieken, die dit product tot het witte goud van de Canarische Eilanden maakt.
De zoutpannen van de Romeinen
Sinds het neolithicum, toen landbouw en veeteelt hun intrede deden en de mens de eerste sedentaire nederzettingen stichtte, is zout een noodzaak geweest voor het conserveren van voedsel en de voedingsvoorziening van deze primitieve samenlevingen. In de tijd van het Romeinse Keizerrijk werd reeds onderscheid gemaakt tussen natuurlijk zout, gewonnen uit mijnen of afzettingen bij de zee of meren, en zout verkregen door verhitting van het water in zoutpannen. Dit laatste, het zeezout, had een grote waarde en diende als betaalmiddel: het salaris.
Op de Canarische Eilanden is zout van oudsher een kostbaar product, dat door de eerste bewoners werd verzameld in de lagunes van rotsachtige kustgebieden, wanneer het spattende water verdampte tijdens het hoogwater op dagen met sterke vloed. Deze lagunes worden tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt door gezinnen die er zout komen halen voor hun huishoudelijke behoeften op eilanden zoals Lanzarote, Fuerteventura, Tenerife en El Hierro.
Zout uit lagunes en zoutpannen
Naast het 'sal de charco' zoals de bewoners van de Canarische Eilanders het zout noemen dat in de lagunes aan de kust wordt verzameld, kwam in de 15e eeuw, na de verovering door de Spanjaarden, de zoutcultuur uit Zuid-Spanje en Portugal naar de archipel over. Toen werd begonnen met de aanleg van zoutpannen om zeezout te winnen. De eerste zoutkwekerij dateert van 1500, toen Sancho de Herrera y Ayala op Lanzarote de Salinas del Río liet bouwen in wat daarvoor een oude zoutlagune aan de kust in het noorden van het eiland was geweest.
De indrukwekkende zoutpannen van Janubio
In de loop van de daaropvolgende eeuwen breidde de zoutwinning op de Canarische Eilanden zich uit met zoutpannen van het oude type met klei, zoals gebruikt in Cádiz en Portugal. Deze kleine kuilen met een bodem van aangestampte modder waarin het zout kristalliseert, hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van een industrie die in de eerste helft van de 20e eeuw haar bloeitijd kende en voorzag in de behoeften van een bloeiende visindustrie op de wateren tussen de Sahara en de Canarische Eilanden en de pekelindustrie.
De kust van de Canarische Eilanden bereikte zijn hoogtepunt in de zoutwinning met de indrukwekkende zoutpannen van de Salinas de Janubio met een oppervlakte van 450.000 m2 (veruit de grootste van de archipel). Ze werden rond 1890 aangelegd met een nieuw type zoutpan dat door de zoutboeren van Lanzarote was ontwikkeld: zoutpannen met een bodem van klei bekleed met een stenen laag alsook vernieuwingen in de inrichting waardoor het rendement van oude zoutpannen werd verbeterd.
Het beste zout maar waarom?
De hoge kwaliteit van het Canarische zout komt voort uit de traditionele kleinschalige en intensief bewerkte zoutpannen met zo’n 10 tot 15 oogsten per jaar, met een kleinere zoutkorrel met meer sporenelementen (calcium, magnesiumchloride, kalium, jodium en mangaan). Het zout is ook minder dicht en zachter dan dat van de uitgestrekte continentale zoutpannen, met een grote put waar het zout één keer per jaar wordt geoogst.
Deskundigen op het gebied van zeezout, die het op de Canarische Eilanden geproduceerde zout hebben bestudeerd en geanalyseerd, wijzen erop dat de archipel kristalzout met het hoogste mineraalgehalte ter wereld heeft. Bij het koken van voedsel met dit zout, lost het sneller op en wordt het beter opgenomen. Het is ook gunstig voor de finishing touch bij het koken en in gerechten omdat het een knapperigheid geeft die zelfs concurreert met de zogenoemde fleur de sel-zouten van het vasteland.
Een gastronomisch product in een landschap met een grote biodiversiteit
Om zout van een dergelijke kwaliteit te verkrijgen, moet het hele jaar door hard worden gewerkt in de kleine bekkens die het kader vormen van de traditionele Canarische zoutpannen. Het werk in deze structuur van zoutpannen maakt het mogelijk verschillende kwaliteiten zout te verpakken: natuurlijk zeezout, fleur de sel, zoutsteen, zoutvlokken, zoutschuim en zelfs nat zeezout verpakt in zijn eigen pekel, ideaal voor vis, zeevruchten of rijstgerechten.
Het witte goud van de oude Canarische visindustrie is ook terug te vinden in het landschap van de eilanden. De menselijk tussenkomst bij de aanleg van de zoutpannen heeft naast zijn invloed op de natuurlijke omgeving ecosystemen doen ontstaan die van groot belang zijn voor de biodiversiteit die zij voortbrengen, geïntegreerd in natuurlijke landschappen die worden beschermd door een unieke flora en fauna aangepast aan een milieu met een hoog zoutgehalte.